Quantcast
Channel: NeerlandiNet - LitNet
Viewing all articles
Browse latest Browse all 396

In Memoriam: Frank Martinus Arion (1936-2015)

$
0
0

arion_650

Frank Martinus Arion (foto: snipview.com) en Alfred Schaffer (foto: Alwyn van Zyl)

"Doe alles maar blijf niet te lang uit de taal"*

Vorige week zondag 27 september overleed de grote Curaçaose schrijver Frank Martinus Arion. Beroemd werd hij met zijn debuutroman Dubbelspel, verschenen in 1973. Het bleek een droomdebuut. Een explosieve, meeslepende roman die zich hoofdzakelijk afspeelt rond het populaire dominospel dat vier mannen uit diverse lagen van de bevolking op een zondagmiddag aan het spelen zijn, met daaromheen cirkelend de diverse geliefden, maîtresses. Het dominospel als metafoor voor het leven, in een verhaal met een desastreuze afloop. Dubbelspel is een sterk sociaal en politiek geëngageerde roman, waarin niettemin de psychologische ontwikkeling van de personages, zowel mannen als vrouwen, centraal staat – nergens wordt de roman een politiek pamflet. De rol van de vrouw in de samenleving, de geschiedenis van de slavernij, armoede, racisme, kolonialisme, verwaarlozing, machogedrag, overspel versus oprechte liefde – Dubbelspel is niet bang om zich, via de literaire weg, uit te spreken, in een kakofonie van stemmen en meningen.

Dubbelspel was een roman die het volle, bruisende en verwoestende leven en de misstanden wilde weergeven van dat voor Nederland zo verre, exotische deel van het koninkrijk – en daar grandioos in slaagde. Het leek of Frank Martinus Arion, middels een goed doordacht en spannend verhaal, de Nederlandse lezer wilde bijscholen; niet zelden bevat het verhaal passages die duidelijk uitleg willen geven voor een lezer die niet bekend is met de setting en de maatschappelijke en socio-economische context:

Alle taxichauffeurs op het eiland spelen wel domino. Ze moeten wel, omdat ze buiten het toeristenseizoen soms uren niets te doen hebben. Op den duur raken ze ook wel uitgepoetst aan hun steeds blinkende auto’s.

[…]

Ze [de taxichauffeurs] namen langzaam volkomen bezit van de weg. Omdat ze voortdurend bij wijze van verstandhouding tot elkaar toeterden, begon er overal een feestelijke stemming te heersen. De mensen kwamen uit hun huizen, dromden langs de wegen om naar deze toeterende auto’s te kijken, die soms, als bij het huwelijk van een welgesteld iemand, in vrolijke gelederen aan hen voorbijgingen. (Dubbelspel, 2de druk, 1973, p. 294)

Arions debuut werd herdrukt en herdrukt, en al snel gold hij als grote Antilliaanse schrijver, samen met Boeli van Leeuwen (1922-2007) en Tip Marugg (1923-2006), beiden ook Curaçaoënaars. In 1974 ontving Arion de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor Dubbelspel; het prijzengeld (duizend gulden) doneerde hij aan het ANC.

In 2006 werd Dubbelspel uitverkoren voor de jaarlijkse actie "Nederland leest" van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB), een actie naar het voorbeeld van de Amerikaanse campagne "One Book, One City". Tijdens de landelijke campagne "Nederland Leest" worden lezers via bibliotheken uitgenodigd om allemaal één bepaald boek te lezen en daarover met elkaar in discussie te gaan. Romans die in aanmerking komen, moeten literaire waarde hebben, niet van recente datum zijn, geschikt zijn voor een breed publiek, en aanleiding kunnen geven tot discussie.

Dubbelspel beantwoordt in alle opzichten aan die voorwaarden. Om de literaire waarde kon eigenlijk niemand heen; de roman was in 2006 inmiddels meer dan 30 jaar oud én ze was voor een breed, Nederlands publiek geschreven. Bewust níet in het Papiamentu: het zou, zo zei Arion eens in een radio-interview, voor Nederlanders een onleesbare roman hebben opgeleverd, en voor Curaçaoënaars een in wezen overbodige roman, omdat de inhoud voor lezers op de Antillen grotendeels bekend was.

Maar dus niet voor de gemiddelde Néderlandse lezer. Arion wilde naar eigen zeggen het werkelijke en denkende hart van Curaçao een plek geven in het centrum van de Nederlandse literatuur, en een plaats inruimen voor de zwarte man en vrouw als onafhankelijke, complexe romanpersonages. Door "Nederland Leest" maakten meer dan 700.000 lezers (opnieuw) kennis met deze instant-klassieker. Een roman waarin politiek, spel en verlangen eenvoudig in elkaar opgaan, steeds van een andere kant belicht door een van de vier hoofdrolspelers:

Er was iets nieuws in [Janchi Pau]. Een zin tot actie, die hij tevoren niet gehad had. In een paar weken tijds voelde hij zich een ander mens. Maar wás hij veranderd? Wel neen. Hij was vijfendertig en dan verandert een man niet meer, vond hij. Neen, hij was dezelfde die hij was. Alléén, met iets erbij: Solema. Dus, omdat hij van haar hield, gaf hij ineens meer om dit land, liet de gang van zaken hier hem minder koud dan daarvoor?! Dan was zijn analyse van daarnet verkeerd. Dan was het, het kon logisch niet anders, niet onderwijs dat dit land nodig had, maar liefde! Dit gevoel, dat hij had. Want met dit gevoel kon je dingen doen. Je kon er dieren mee houden en je kon er planten mee doen groeien. Je kon er een huis mee afmaken. Omdat dat kon, moest je er ook meerdere huizen mee kunnen bouwen. Meerdere tafels van wabihout. Dan moest je er ook onderwijzers mee kunnen kweken en wat al niet. Hij formuleerde het langzaam voor zichzelf: "We hebben liefde nodig. We moeten meer van dit land gaan houden en meer van onze vrouwen." (Dubbelspel, 2de druk, 1973, p. 178)

In Dubbelspel durft uiteindelijk geen van de mannen werkelijk zijn kwetsbare, oprechte kant aan de ander te tonen, en het schimmenspel dat eindigt in een tragedie is dan ook een belangrijk thema in de roman, die uiteindelijk een pleidooi lijkt voor maatschappelijke en individuele emancipatie.

Frank Martinus Arion werd 17 december 1936 op Curaçao geboren als Frank Efraim Martinus. In 1955 vertrok hij naar Nederland om aan de Universiteit Leiden Nederlandse taal- en letterkunde te studeren. Na verloop van tijd brak hij zijn studie af, maar enkele jaren later keerde hij terug naar Nederland om zijn studie te voltooien. Na de publicatie van zijn debuutroman werkte hij in Paramaribo aan de lerarenopleiding, maar al snel verhuisde hij weer naar Curaçao, waar hij zich hard maakte voor de standaardisering van het Papiamentu, de taal die op de ABC-eilanden (Aruba, Bonaire en Curaçao) wordt gesproken. Arion was doordrongen van het belang van moedertaalonderwijs. De Antilliaanse jeugd moest niet alleen in het Nederlands, maar ook en vooral in de eígen taal over de wereld leren, en in de eigen taal het denken en de creativiteit stimuleren. In 1996 promoveerde Arion aan de Universiteit van Amsterdam met zijn proefschrift The Kiss of a Slave. Papiamentu’s West-African Connections.

Door de jaren heen werd Dubbelspel met elke volgende roman een groter monument, en daarmee een groeiende last voor Arion: telkens werd nieuw werk naast dat daverende debuut gelegd, en steeds kwam men (in het overwegend apolitieke Nederlands althans) tot de conclusie dat Arion Dubbelspel wéér niet overtroffen had. Al liet Arion herhaaldelijk weten dat hij helemaal geen behoefte had om een tweede Dubbelspel te schrijven. Dat bewees hij met omvangrijke romans als Nobele wilden (1979), De laatste vrijheid (1995) en De deserteurs (2006, over Amerika en de slavernij).

Frank Martinus Arion bleef een belangrijke en graag geziene gast op literaire en politieke panels, en was een vriendelijke, scherpe en charismatische aanwezigheid op nationale en internationale literaire festivals, zoals in 2002 tijdens het Trade Winds festival in Kaapstad (onder auspiciën van het Nederlandse Winternachten in Den Haag), waarin Arion samen optrad met schrijvers als André Brink, EKM Dido, Keorapetse Kgositsile en Achmat Dangor (met wie Arion een gesprek voerde over "creolisation and hybridity"), en performers als Gert Vlok Nel, Loit Sôls & Jethro en Mark Lottering. Het beeld van een aanstekelijk swingende Frank Martinus Arion op de dansvloer is bij veel ooggetuigen waarschijnlijk op het netvlies blijven hangen.

Frank Martinus Arion: de man die streed voor moedertaalonderwijs en de eerste school oprichtte waarin het onderwijs geheel werd verzorgd in het Papiamentu. Die streed voor de onafhankelijkheid van Curaçao en in 2008 zijn Ridder in de Orde van Oranje-Nassau teruggaf omdat hij teleurgesteld was in Nederland en het neokoloniale beleid inzake de Antillen. Die zich met zichtbaar gemak onder de mensen bewoog, veel vrienden maakte, hartelijk was, maar altijd kritisch en soms zeer fel. Die misschien zijn leven lang een buitenstaander bleef. Die vond dat Nederland en andere West-Europese koloniale machten juist helemaal geen beschaving naar de koloniën hadden gebracht, maar voornamelijk ellende, verdeeldheid, barbaarse en banale vervlakking, en hele culturen voorgoed van de kaart hadden geveegd.

Frank Martinus Arion was ook dichter, en een uiterst lyrische. Hij publiceerde vijf dichtbundels, waarvan drie in het Papiamentu en twee in het Nederlands: Stemmen uit Afrika (1957), Ta Amor so por (Alleen de liefde kan, 1961), Ilushon di un anochi (Illusie van een nacht, 1968), Ser Betris (Beatrijs, 1968) en In de wolken, 1970. In 2013 verscheen Heimwee en de ruïne bij De Bezige Bij, zijn Nederlandse uitgever. De bundeling van 192 pagina’s bevat een ruime keuze uit de gepubliceerde en ongepubliceerde gedichten die Frank Martinus Arion tussen 1957 en 2007 schreef.

Misschien was poëzie wel zijn eerste, grote liefde. Niet voor niets is de ondertitel van een prachtige documentaire van Cindy Kerseborn uit 2014 over Frank Martinus Arion: "De man, de vrouw, de poëzie." In het voorwoord van Heimwee en de ruïne schrijft Arion:

Ik ben vaak een geëngageerd schrijver genoemd. Ik weet niet precies wat mijn critici daarmee bedoelen, en de meesten van hen waarschijnlijk ook niet. Ze praten elkaar gewoon na. Zoals de kaaiman aan de monding van de rivier, zo zitten ze altijd aan de mond van de mode. Van mijn nieuwe poëzie heeft goddank nog niemand veel kunnen zeggen. En ik zeg "goddank" omdat lovende woorden na mijn debuut Stemmen uit Afrika – "zwarte Vergilius" en dergelijke – mij zo de schrik op het lijf joegen dat ik sindsdien geen bundel meer in Nederland heb uitgegeven. Voor de kunstenaar is het nodig altijd grote afstand tot de critici te bewaren. Zoals het voor het slanke hert nodig is grote afstand tot de dikke tijger te behouden, ook als die dikzak zoete woorden spreekt. Om te overleven moet je altijd uit de mond van de mode blijven.

Op zeer jonge leeftijd verloor hij zijn jongste broertje, én zijn moeder: beiden kwamen om bij een ongeluk. Arion wilde altijd nog die ene grote roman schrijven over die moeder, dat grote voorbeeld, de mythe in zijn leven. Het is er niet van gekomen.

Dochter van God

3

Er is daarboven,
voorbij onze wolken, een hemel
waar jij nu al bent –
op een stoel zit je, ben je,
praat je vol verwachting over mij.

Je bent daarboven
al in je volle glorie aanwezig
en toch praat je alleen maar over mij
en je vertelt maar over mij
die hier beneden nog rondtolt. Daar is hij
wijs je mij een voor een aan je engelen:
Daar loopt mijn man.

Soms hoor je mij al naderen
als je de aarde lang en aandachtig bestudeert
Dan loop je naar de voordeur van de hemel.

En je bent in die hemel zo onrustig
Zo zenuwachtig en zo eenzaam –
Je loopt daarom op en neer en je rookt
Je rookt dagenlang van zenuwen in je hemel
En je zegt soms geen woord.

(Uit: Heimwee en de ruïne, 2013)

* Regel afkomstig uit het gedicht "Achter de wagen van Elias aan. Epische fragmenten uit september" uit 1964, gepubliceerd in Heimwee en de ruïne, 2013

 

The post In Memoriam: Frank Martinus Arion (1936-2015) appeared first on LitNet.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 396


<script src="https://jsc.adskeeper.com/r/s/rssing.com.1596347.js" async> </script>